zaterdag 25 februari 2012

bAHAmas

Ik ben van vijftien februari tot en met eenentwintig februari naar de Bahamas geweest. 
De meesten weten hier waarschijnlijk al van want ik was nogal enthousiast. 
Ik bedoel: ik was nog maar net in de US en ik kon alweer ergens naartoe vertrekken. 
En de Ba-ha-mas klonk geweldig. 

Maar! Ik kan nu wel zeggen dat ik het wat jammer vond dat het zo snel na mijn aankomst was. 
Ik was nog maar net de nieuwe situatie wat gewoon en weer was ik ergens anders. 
Met allemaal andere mensen en een ander ritme. 

Het is te zeggen: de reis naar de Bahamas was een soort van reünie voor M. en C. 
Ze zagen enkele van hun medestudenten van hun grad school terug. 
In totaal waren we, met allemans offspring erbij, rond de twintig man. 
En ja, dat was wel wat intimiderend. Voor mij toch. 
Ik kende niemand en de rest kende elkaar wel en wou bijpraten want voor sommigen was het al jaaaaaren geleden. 

Het ritme was ook helemaal anders. 
Ik heb nauwelijks voor Elisabeth gezorgd, want de ouders waren maar al te graag wat meer met hun dochtertje bezig. Zeer logisch. 
Dus ja, een beetje een go-with-the flow-situatie maar in mijn geval voelde dat een beetje geforceerd. 
Het waren iets teveel nieuwe indrukken geweest op iets te korte tijd. 

En versta me niet verkeerd: ik heb me geamuseerd. 
Maar het mocht van mij een maand later geweest zijn. 

Uiteindelijk is het zoals John zei: als je naar Alexandria terug gaat, zal dat vertrouwd aanvoelen terwijl het misschien zonder deze vakantie veel langer geduurd zou hebben.
Een waarheid als een koe. 
Ik was content om in "mijn bed" te liggen. Mijn spulletjes te zien. Internet te hebben. 
En een soort van beeld wat er me die dag te wachten stond. 
Over een tijdje ga ik die routine een sleur vinden, maar momenteel ben ik daar best tevreden mee. 

Maar wat waren de Bahamas schoon! Echt een paradijs. 
De eerste keer dat ik het strand zag moest ik lachen: het was gewoon belachelijk perfect. 

Je ziet de postkaarten en je denkt: hmm, dat ziet er goed uit. 
Maar je houdt er toch nog ergens rekening mee dat door slimme belichting of positie van de camera een bezienswaardigheid serieus gepimped kan worden. 
Zoals eten op een menukaart. 
Maar het strand was echt parelwit en de zee had prachtige schakeringen van blauw. En het perfecte weer. 

We verbleven in Treasure Cay. En dat strand staat in de top tien van werelds schoonste stranden. Alstublieft. 
Ik moet zeggen dat mijn voorkeur toch naar een ander strand ging van een ander eiland. 
Eentje met rotsen en diepteverschillen en kleurverschillen, maar ik vermoed dat dat dan niet als "schoon" wordt ervaren. Whatever. 

Foto's. Het was moeilijk om een collectie samen te stellen. Ik heb me helemaal laten gaan met die camera van mij. Het was het ook allemaal gewoon waard om te vereeuwigen op papier (of toch SD-kaart).

Zicht vanuit mijn kamer. Links.  


Zicht vanuit mijn kamer. Rechtover mij.
Het is een baai. Dus er is veel bootverkeer.
Ik dacht dus niet veel dieren te zien, maar ik heb toch enkele keren een dolfijn gespot (hoewel enkel een staart of een vin) en schildpadden.


De kleine spruit en haar eerste kennismaking met de zee. Oew, dat water was toch wel kouder dan verwacht!
En dat zand voelt zo vreemd aan mijn teentjes!
Dat was dus dag een. En mijn rug was al direct verbrand voor heel mijn leven (tenminste, zo voelde dat toch aan). Een koel briesje en een huid als die van Sneeuwwitje et voilà. Ik heb mijn lesje nu wel geleerd! Smeren smeren en nog eens smeren zal ik voortaan doen! Ik had nochtans me niet teveel van onder de paraplu gewaagd, maar ja. Schoon weerke dus!


Zonsondergang. Ah.


Boottochtje. Met drie boten voor gans die companie. Ik hoopte nog wat meer dolfijnen te spotten (deze keer met camera in aanslag), maar helaas. De zon scheen zodanig op het water dat de zee een plas leek vol blinkend kwik. Het was trouwens echt niet gemakkelijk foto's te nemen als de boot vaarde: golfjes!
Als de boot onderweg was, voelde ik me goed. Maar als de boot dobberde (de mannen gingen vissen), werd ik zo ziek als nen hond. En die golfjes bleven maar voortkwakken tegen de boot.



Haaitje. Zogezegd wild. Maar ik denk dat die beesten ondertussen wel weten waar en wanneer ze gevoederd worden. Allez ze zullen wel nog wild zijn, maar toch ook wel een beetje tam.


Een huisje op een ander eilandje.


Evy aan standbeeld met uitleg over geschiedenis van eiland en bevrijding van het juk der slavernij!
Ik heb dus zoveel kleren aan omdat ik de zon niet meer kon verdragen op mijn rug en niet nog meer wou verbranden.

Den Bahamiaan en zijn laat-het-gras-maar-groeien mentaliteit. Ofte een soort van stairway to heaven. Ewa scheef, maar kom, niet te nauw zien, he.


Den Bahamiaanse kerstboom. Neenee, ik grap maar een beetje.
Het was een boom met allemaal oude boeien in.
En ik vond dat zeer schoon.



Moest ge u afvragen: wat leeft er in feite op zo een eiland. Zwijntjes. Wilde zwijntjes.
Allez ja, ik heb weer mijn twijfels aan hun wildheid aangezien ze toch niet zo mensenschuw waren.


Zeesterren voor het rapen. Ik maar tegen iedereen zeggen dat zeesterren als souvenir niet cool is. Ze hebben het geweten, zulle, die Amerikanen!


Want zo een schoon stukske paradijs heeft sowieso al te kampen met de nefaste invloed van de mens.



Ons eiland was een oupekeseiland (veel zeilers en andere rijke stinkerds), maar dit eiland was van de feestende jeugd!


Mijn favoriete strand!
Hier heb ik veel gezwommen. Gedeeltelijk omdat mijn hoofd de afkoeling nodig had.



Voilà, ik hoop dat jullie wat hebben kunnen meegenieten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten